Koper netwerken

Zo’n 165 jaar geleden had dhr. Morse niet in kunnen denken wat zijn ontwikkeling voor gevolgen had. De communicatiemogelijkheden die we nu kennen zijn in de laatste jaren razend snel gegaan. Er kwam ook steeds meer behoefte om informatie te transporteren.

De verbinding waar het signaal overheen gestuurd wordt is het transportmedium. Dit transportmedium kan onderverdeeld worden in radioverbindingen (magnetische golven) en kabelverbindingen. Deze kabelverbindingen kunnen we weer onderverdelen in elektrische- en optische kabels. De elektrische kabels zijn koperkabels of een ander materiaal dat geleidend is. Met optische kabels wordt de informatie met lichtpulsen verzonden. Dit zijn de zogenoemde glasvezelkabels.

Om een signaal te transporteren over een koperkabel, moet het worden overgebracht naar spanningen of stromen. Deze spanningen of stromen noemen we dan signalen. Om een signaal goed te kunnen transporteren hebben we genoeg aan twee aders. Één ader is voor de heenweg en de andere is voor de terugweg. Deze twee draden samen noemen we dan een aderpaar. Een ader bestaat dan uit een signaaldraad met daarom heen een isolatie. De signaaldraad wordt gemaakt van een geleidend materiaal. Ook al heb je nog zo’n goede geleider ontwikkeld, er blijven altijd elektrische eigenschappen waar je rekening mee moet houden. Al deze eigenschappen samen noemen we de karakteristieke impedantie van de geleider. We krijgen hier voornamelijk mee te maken bij hogere frequenties. Tegenwoordig neemt de toepassing van glasvezelcommunicatie sterk toe. Dit komt omdat glasvezel veel meer gunstigere eigenschappen heeft dan koperkabels. In dit verslag wordt hieraan daarom ook de meeste aandacht besteed.